ARCAM zal betrokkenen bij de ruimtelijke sector af
en toe gaan uitnodigen om een gastblog te schrijven voor
bottomuparcam.blogspot.com. Jurgen Hoogendoorn, beleidsadviseur
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) trapt af met zijn droombeeld van
het jaar 2016. Hij schrijft deze blog op persoonlijke titel.
...2016
was het jaartal waarmee ik met een enorme dorst wakker werd. Voor hetzelfde
geld - dat er niet meer is, maar daarover later meer - had het 2017 of 2018
kunnen wezen. De griep had mij flink bij de kladden gegrepen waardoor ik af en
toe weggleed in koortsachtige dromen. Gek eigenlijk, om te dromen over de
ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam. Gek, maar niet onprettig.
Einde van
een tijdperk
Sinds de
crisis van 2008 is er nogal wat veranderd in 2016. Het gemeentelijke apparaat
is sterk verkleind wegens forse bezuinigingen. Het Vereveningsfonds, voorheen
gevoed door opbrengsten van gronduitgifte voor kantoren en bron voor
investeringen in de ruimtelijke ontwikkeling in Amsterdam, staat er niet goed
voor. En omdat de vraag naar kantoren structureel zo goed als verdwenen is zijn
de vooruitzichten somber. Als gevolg hiervan kan de top down blauwdrukaanpak – die al sinds de jaren '80 van de vorige
eeuw bestond – niet meer door de gemeente worden volgehouden. Natuurlijk gaat
de ontwikkeling van de Zuidas gestaag door op de manier van weleer. Hier is
immers nog wel vraag naar kantoren. En daarbij komt het feit dat een groot deel
van de investeringen in de infrastructuur rond de Zuidas worden opgebracht door
de Rijksoverheid.
Van een
mammoettanker naar een klein, snel en wendbaar zeilschip.
Een algemeen
verschijnsel in 2016 is het maatschappelijk gebrek aan vertrouwen in de
overheid. Ook door de jarenlange top down
blauwdrukplanning was er in de samenleving zowel bij de bevolking als bij
bedrijven en organisaties veel wantrouwen jegens deze gemeentelijke planning
ontstaan. Dit uit zich in een sterk verlangen van de Amsterdamse samenleving om
het heft in eigen handen te nemen en zaken zonder de overheid te regelen. Een
verlangen van vooral jongeren (een immer grote groep in Amsterdam) die sinds
2010 hun opleiding afronden zonder enig zicht op werk. Voor het stadsbestuur –
zich bewust van de legitimiteitsvraag – is dit maatschappelijk verlangen naast
het ontbreken van geld een andere reden om een totaal nieuwe maar kleinere
gemeentelijke organisatie op basis van een andere sturingsfilosofie op te
tuigen. De grote diensten uit de toenmalige Ontwikkelingsalliantie hebben in
2016 dan ook plaats gemaakt voor een veel kleinere snellere en meer wendbare
organisatie. Dit proces ging gelukkig op een geleidelijke manier want wegens
het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd stromen veel ambtenaren uit.
Een rizoom
van een nieuwe generatie ruimtelijke professionals
De veelal
jonge ruimtelijke professionals, zoals architecten, stedenbouwers, sociaal
wetenschappers, cultureel programmeurs, concept-ontwikkelaars en andere
creatievelingen, zijn niet werkloos bij de pakken neer gaan zitten. Zij willen
en kunnen bijdragen aan de samenleving. Zij verbinden zich vanuit een
onafhankelijke en zelfstandige positie als professional aan concrete
ruimtelijke opgaven of belangrijke thema's met een ruimtelijke component zoals
voedsel, energie, water, gezondheid en armoede. Juist omdat zij zich
maatschappelijk en van onderaf engageren, geniet het netwerk van ruimtelijke
professionals een hoge mate van vertrouwen bij de Amsterdamse bevolking,
bedrijven en organisaties. Onafhankelijk en zelfstandig betekent zeker niet
alleen, maar ook niet in organisaties, opereren. Het gaat hier om een
zogenaamde rizoom. Overigens bevat dit rizoom ook voormalige ambtenaren die hun
passie voor de stad en enorme know-how ook na hun pensionering blijven
inzetten. Afhankelijk van de opgave of het thema vormen deze jonge (en dus soms
ook oudere) ruimtelijke professionals – wendbaar, onafhankelijk en flexibel als
zij zijn – vanuit hun netwerken zeer
efficiënt werkende tijdelijke zwermen.
De stad
als co-product op basis van experimenten
Voor het
stadsbestuur komt dit rizoom niet ongelegen. Hierdoor kan de stad zich toch
doorontwikkelen; immers het proces- en projectmanagement en het ontwerpen wordt
grotendeels efficiënt uitgevoerd door het rizoom. Ruimtelijke professionals en
ambtenaren coproduceren en werken in 2016 vaak samen in een open-work-space in
de voormalige stadsdrukkerij aan de Stadstimmertuinen. Het Beta-haus en andere
cowerkplekken in Berlijn dienden bij de inrichting in 2013 als voorbeeld. De
gemeentelijke overheid hoeft zich door deze onafhankelijke maar maatschappelijk
geëngageerde tussenlaag van professionals minder druk te maken over de
legitimiteitsvraag. De instrumenten waarop de overheid – en middels dit rizoom
– de samenleving elkaar vinden zijn in tegenstelling tot het verleden veel
lichter van aard. Er wordt veel geëxperimenteerd met proces en instrumenten.
Dat wat niet werkt wordt snel terzijde geschoven.
Gluren bij
soms globale buren
Men laat zich
– met een grote nadruk op uitvoering – vooral inspireren door het buitenland.
Zoals de strategische aanpak van het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen. Ook
Berlijn – ondanks het feit dat de Duitse
hoofdstad rond de eeuwwisseling failliet is gegaan – een fascinerende
aantrekkelijk blijvende stad, inspireert. In de stedelijke vernieuwingsgebieden
(Nieuw-West, Zuidoost en Noord) wordt ook geput uit buitenlandse voorbeelden
zoals Engeland en Brazilië. Vooral de in de praktijk goed werkende Engelse
aanpak – uitgevonden rond het thema Big Society – wordt in 2016 massaal
ingezet. De belangrijkste paradigmashift is echter dat de gemeentelijke sturingsfilosofie
is gebaseerd op “loslaten, vertrouwen,verbinden” .
Een bont
ruimtelijk geheel
In het
Amsterdam van 2016 leidt dit tot een bont palet van ruimtelijke kleinschalige
projecten en werkwijzen rondom genoemde thema's. Door samenwerking tussen de
zwermen uit het rizoom en een flexibel, faciliterend ambtelijk apparaat komen
vele van deze projecten al coproducerend tot een succes (en soms ook niet).
In de
stedelijke vernieuwingsgebieden is het aanbieden van klusflats – sinds het
succes hiervan in de MJ Klarenstraat in 2012, de overheersende vorm waarin de
woningen worden vernieuwd. Zowel voor de daar al wonende bevolking als nieuwe
stedelingen biedt het fenomeen klusflats ongekende maar vooral betaalbare
perspectieven. De metamorfose van de oorspronkelijk modernistische wijk HayMohammadi in Casablanca vormt meer dan
eens een inspiratiebron. Leegstaande winkel- en kantoorruimte van zowel
overheid, corporaties als bedrijven met name in Noord, Zuidoost, Nieuw-West
zijn ingenomen door bewonersondernemingen. Een vorm die in 2012 opkwam en ook
wel trust wordt genoemd.
Nieuwbouw
vindt mondjesmaat plaats op de vele bouwrijpe gronden die de stad sinds 2011
kent en dan vooral in de vorm van (Collectief) Particulier Opdrachtgeverschap.
Tijdelijk
is het nieuwe permanent
Bewoners van
de laatste grootschalige woningbouw (IJburg fase 1) gebruiken de coöperatievorm
voor hun energievoorziening. Onder de naam “Energijburg“ hebben zij de
concessie verworven om tijdelijk op het beoogde (grondgebied van) IJburg fase
2, zowel windmolens als drijvende blokken met zonnecellen in het water te
realiseren.
Op het
naburige Zeeburgereiland vindt in 2016 het tot een landelijk bekend geworden
(en ooit tijdelijk bedoelde) fenomeen het Magneet-festival plaats. Naast het
Magneet-festival (er is immers ruimte genoeg op het in 2011 bijna geheel
braakliggende Zeeburgereiland) proberen pioniers onder de naam “Pauzestad”
tijdelijk nieuwe experimentele vormen van collectief particuliere stedenbouw
uit. Pauzestad vormt op zijn beurt weer inspiratie voor Städtebaugruppe in
Duitsland en dan met name in Berlijn.
De
randvoorwaarden voor tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen zijn
teruggebracht tot vier woorden; schoon, heel, veilig en gezond. Het is aan het
initiatief om uit te zoeken en aan te geven hoe men hier invulling en vorm aan
geeft. Op het braakliggende sportpark Riekerhaven zijn de vervuilde sloten en
de vervuilde bagger op de slootkanten inmiddels gereinigd met behulp van
planten. Op de voormalige sportvelden wordt gerst verbouwd. In de voormalige
kantine en kleedkamers staan de brouwketels waarmee lokaal bier wordt gebrouwd
en...
Jurgen Hoogendoorn, beleidsadviseur
Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam. Deze blog is geschreven op
persoonlijke titel.
2016 klinkt als een interessant jaar! Niet zozeer door de geschetste ontwikkelingen, want die hebben we in 2014 ook al gezien, maar vooral door de voorspelling van de rizoom als de tussenlaag tussen formeel en informeel, tussen overheid en maatschappij.
BeantwoordenVerwijderenIn het artikel van Jurgen Hoogendoorn ligt de nadruk op de soepelere, efficiëntere werking van 'het ruimtelijke systeem' door een wijdverbreid, verbonden, maar niet afhankelijk netwerk van betrokken, geëngageerde ruimtelijke professionals. Middels dit rizoom, zo schrijft Hoogendoorn, vinden overheid en samenleving elkaar.
In deze voorstelling lijkt het rizoom - overigens een prachtige metafoor - welhaast een nuttige tussenlaag. Dat het toevoegen van extra lagen eerder vertragend oplevert dan versnellend behoeft geen toelichting. Uiteraard is dat niet wat Hoogendoorn bedoelt. De verankering van de rizoom in de formele en de informele wereld is dan ook essentieel om versnellend in plaats van vertragend te werken.
Deze verankering vraagt om professionals die op de rand (en net er over) van het mandaat van hun organisatie/formele structuur durven werken en een samenleving die actief toe wil treden tot het rizoom. Met andere woorden een rizoom dat enkel horizontaal (om de oriëntatie van de klassieke organisatieschema's aan te houden) gericht is, mist de vertakkingen naar boven en onder om werkelijk iets toe te voegen.
Detailed and descriptive articles written in this blog is really very helpful for me as well as for other who seeking such kind of knowledge. It is definitely going to become useful in coming future.persoonlijke ontwikkeling utrecht
BeantwoordenVerwijderen